"'Ik vond de uitrdukking wat vreemd, maar liet hem passeren. Het had wel wat.' In zo'n licht is iedereen theatraal! Dit is het verhaal van een verteller, een verteller om het vertellen! Ik weiger dit te lezen!" Uit zijn opgestroopte mouwen hield hij een stapeltje papier hoog in de lucht, en liet het met een plof op zijn massieve bureau vallen. Het geluid had in een andere ruimte wellicht ooverdovend geklonken, maar niet in zijn kantoor. Wel een naambordje op de deur, niet op het bureau. Wel marmeren beelden in de hal, niet op de haard. Wát een kantoor. Ik verplaats mijn gewicht, om mijn benen de illusie van zenuwachtig getrappel te geven, en het dikke tapijt vangt me zacht op. Dit was het kantoor van iemand die graag had, dat zijn bezoek comfortabel kon staan.
Het hoogpolig tapijt lag als een loper vóór het hardhouten schavot waarop ik mijn boek als een bijl hoorde neerkomen, een klap die tot in de verste spelonken te horen was.
Het was de laatste keer dat ik mijn vader sprak. Het was gelijk ook de laatste keer dat ik mijn moeder sprak, iets dat haar trouwe, bange hondenogen altijd al deden vermoeden. Het deed wél pijn. Dat boek, dat heb jij nu in je handen. Dit is het. In wezen is het dus een voorspelling, zoals alle fictie waarin geen natuurwetten, anders dan die van de tijd, gebroken worden een voorspelling is van iets dat nog had moeten gebeuren.
Geen enkel verhaal is ooit af.
2 opmerkingen:
En al het eerste applaus is lovend...
Dank je EJ ;) Ik zal mijn best doen.
Een reactie posten