maandag 13 juli 2009

Het Mormoontje - een Leidsche karakterschets (1)

Het miezerde een beetje toen ik de brug over de Stille Rijn trachtte over te steken. Een ventje in een saai pak met een hemelsblauwe das (hoewel de lucht op dat moment hemelgrijs was) hield mij staande met de vraag of ik Jezus kende, en ik woog mijn opties af.

Natuurlijk kon ik hem langdurig uit gaan leggen waarom het misschien niet al te handig is om in Jeebus en de bijbel te geloven. Natuurlijk had ik hem de huid kunnen volschelden en kunnen roepen dat religie een kanker in de maatschappij is die een vreedzame, rationele en gelijkwaardige samenleving in de weg staat.

Ik had hem ook een zielige clown in afbrokkelend circus van leugens kunnen noemen, zoals ik doorgaans doe met types die mij folders aanbieden waarin verlossing wordt geboden. Maar voor dit kleine kereltje, met een verstarde blik in zijn ogen die alleen de fijn geïndoctrineerden kunnen geven, had ik iets anders in gedachten.

Rationele argumenten schieten namelijk niet op tegen Mormonen. Welke gek verzint het om in een kerk te geloven waarvan de oprichter ontraceerbare gouden platen van een soort kruising tussen Jezus en Witte Veder heeft gevonden en die met God communiceerde door met stenen in zijn hoed te praten?

Waarschijnlijk was hij gewoon altijd een beetje een sulletje geweest en ontleende hij nu een beetje eigenwaarde aan het idee dat hij op de Dag des Oordeels wel gered werd en dat hij zoveel veertienjarige meisjes kon trouwen als hij wilde. Nee, deze rukker moest maar eens even met religieuze argumenten aan het denken gezet te worden. Fight fire with fire. Het was tijd om in de huid van een reliclown te kruipen en hém te bekeren.

"Beste man, ik zie dat u een Mormoon bent. U kent daarom het woord van Jezus niet, dus leg het mij niet uit. U bent misleid door een valse profeet, losgeslagen van de ware kerk en hoewel u uw salvatie als bereikbaar acht, keert u zich willens en wetens af van Zijn plaatsvervanger op aarde, onze goede paus Benedictus, en Zijn moederkerk te Rome. Ik zou uw ketterij nog maar eens heroverwegen, of de eeuwigheid zal voor u zwavel en vuur omvatten. Een hele fijne dag verder!"

Hij beantwoordde mijn groet niet, hield zijn sprookjesboek met witte knokkels vast en liep schielijk heen.

Geen opmerkingen: