zondag 21 juni 2009

Het stokjesfeuilleton van de kutsjaars: deel 1

Herrie. Kots. Herrie. Neuken. Kots. In die volgorde. Fragmentarisch drong de vorige avond als een charge van onbehouwen cavaleristen tot de schedel van de phoetenbaas door, terwijl zijn ogen langzaam begonnen te acclimatiseren aan het felroze waarin hij terecht was gekomen.

Is dit het einde? Nirvana? De beroemde tunnel van licht waarvan alle bijnadoodervaringlijers bij Oprah spraken? Nee wacht, er is meer. In het roze ontwaarde hij bloemen, Mickey Mouse en het half ontblote lichaam van Johnny Depp. En met een plotsinge opborreling van maagzuur aangelengd met paardekut en ranzige Heinekenmeuk kwam het besef dat hij weer een "first" van zijn sjaarzenjaar te pakken had: het wakker worden in de kamer van een meisje.

Een onbekend meisje, wel te verstaan. De schok van de confrontatie liet hij nog maar even wachten, dus bleef de armzalige groen nog even op zijn rechterzij liggen, maar na verloop van tijd was er geen houden meer aan: hij voelde een onweerstaanbare dwang zich toch te richten tot het oestrogeenverrassingspakket dat de andere kant van de twijfelaar in bezit had.

Met een lome zwaai draaide hij zich nietsvermoedend om en keek recht in de 100 kilo Quint die daar schoon aan de haak in het geboortekostuum lag te bakken in de middagzon; de middagzon die door het open raam naar binnen scheen, en haar puisterige huid van een sprookjesachtige glans voorzag.

Twee priemende kraaloogjes loerden hem goedkeurend aan en brommend gelijk ene bosbeer vroeg ze, andermaal een slechte filmquote: "was it good for you too honey"? De revulsie was nu bijna niet meer te stuiten dus bromde hij maar een leugentje om bestwil terwijl hij ondertussen naar zijn pubieke zaak graaide om zich er in ieder geval van te vergewissen dat zijn scrotum en "stokje van de sjaars" in ieder geval niet in de krochten en kieren van dat gleufdier waren blijven hangen.

Gelukkig, dat leek in orde. Maar blijkbaar was hij de enige in de kamer die een cerebrale incapacitatie van alcoholwege uit had ondergaan: zijn deelster in de sponde leek nog wel in voor een tweede potje verticaal joggen, en hij werd bijna overweldigd door de furie die met malende bebeugelde kaken op zijn tong en geslacht uit was.

In pure paniek dook hij naar zijn broek, mompelde wat over werk of een andere smoes en maakte half aangekleed zijn vlucht door de ijselijke gangen van de flat. Eenmaal buiten, waar de vogeltjes fluiten, kotste hij nog een keer genoeglijk en vervolgde met frisse moed weer zijn weg. Op naar een nieuwe dag in het sjaarzenbestaan.

Geen opmerkingen: