‘De menselijke ervaring’. Zo noemde Bert het als hij het had over zijn avonturen. ‘De menselijke ervaring, dat is waar het leven 0m draait’, zei hij er dan stellig achteraan.
Bert was naar eigen zeggen een ‘levensgenieter’, die vooral zijn genot putte uit de belevenissen van anderen. Een abortus, een sterfgeval of een winnend lot in de loterij waren genoeg aanleiding voor hem om even aan te kloppen bij de desbetreffende persoon die het was overkomen.
Mensen zeiden weleens dat Bert altijd eenzaam was geweest in zijn jeugd, en nu met zijn gedrag daarvoor wilde compenseren. Hij had namelijk geen vrienden in zijn jeugd gekend, alleen zijn hond Pluto vergezelde hem overal waar hij kwam. Dan werd hij raar aangekeken, want Pluto was al jaren dood. Onder zijn arm en verlegen als hij was, nodigde het opgezette huisdier ook niet uit voor een goed gesprek.
Maar nu, op drieëndertigjarige leeftijd, had Bert zich ontpopt tot schrijver. De mooiste romans kwamen uit zijn hoofd. Bestsellers.
Bert bleef natuurlijk eenzaam, ondanks zijn vele interviews, observaties in het nachtleven van Leiden en zo nu en dan de handtastelijkheden van vreemden als hij dronken was. Toch bleef hij positief: ‘Dit is gewoon de menselijke ervaring’, fluisterde hij ’s avonds als hij in bed lag.
Dan deed hij het lampje op zijn nachtkastje uit en viel hij in een droomloze slaap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten